Als geboren Gentenaar ben ik opnieuw kandidaat voor de PVDA, deze keer voor de gemeenteraad. Op 13 oktober verkiezen we een nieuwe raad. PVDA heeft nu 3 zetels en wil verdubbelen naar 6.
De PVDA zit in de lift. Wij waren één van de winnaars van de voorbije verkiezingen. Op 13 oktober kan jouw stem ook in Gent het verschil maken. Samen zetten we jouw prioriteiten hoog op de agenda. Nog nooit was een stem op de PVDA zo belangrijk als vandaag. Nu is het moment. Hoe sterker de PVDA scoort, hoe zwaarder wij in Gent kunnen wegen op het beleid. Elke stem telt. Maak jij mee het verschil?
We hebben voor Gent een superwijs rood en sociaal programma. Het is zo groot en goed dat als je het afdrukt de inkt uit je printer meteen op is. Het is dus veel goedkoper en makkelijker om het online te lezen en dat kan je hier doen.
Pierre De Geyter, misschien niet de grootste Belgische componist, maar wel…componist van het grootste strijdlied aller tijden
Wist je dat Pierre De Geyter, de componist van De Internationale, een Belg was en dat hij een standbeeld heeft in Gent? Sinds 1998 staat de man in brons voor het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT). Allemaal dankzij Joost Vandommele, spoorman en bewonderaar van deze arbeider-componist.
Joost Vandommele heeft een bijzondere belangstelling voor arbeidersgeschiedenis. In de stadswandelingen die hij in Gent organiseert is de “rode draad” dan ook steevast de geschiedenis van de arbeidersstrijd in Gent. Op het einde van zo’n stadswandeling toont hij fier het standbeeld van Pierre De Geyter, de componist van het bekendste lied ter wereld: de Internationale.
Joost Vandommele. Het standbeeld is maar ingehuldigd in 1998. Het was toen precies 150 jaar geleden dat Pierre De Geyter in Gent geboren werd. Vele mensen weten niet eens dat het een Belg is – en dan nog wel een eenvoudige Gentse arbeider – die de muziek heeft geschreven van de Internationale. We vonden het belangrijk om De Geyter de plaats te geven die hij verdient. Naast een standbeeld kwam er ook een boek uit over hem.
Blijkbaar was Pierre De Geyter zowat vergeten
Joost Vandommele. Inderdaad. We hebben heel zijn geschiedenis moeten opzoeken. We wisten niet precies waar hij was geboren, waar hij werkte, hoe hij marxist werd en al helemaal niet hoe het kwam dat hij de Internationale componeerde Kortom, hij was de grote onbekende componist van het belangrijkste strijdlied ter wereld, en daar wilden we verandering in brengen.
Vertel, vertel!
Joost Vandommele. Wel, hij is op 8 oktober 1848 in Gent geboren als zoon van een dagloner die vermoedelijk in de textielindustrie werkte. Het waren toen moeilijke tijden, vooral voor de arbeiders: hongersnood, slecht betaald werk, epidemieën, Het gezin De Geyter trok daarom net zoals vele andere arbeiders naar Noord-Frankrijk. Op zijn 7de woonde Pierre in de buurt van Rijsel (Lille). Zijn vader vond daar werk. Kleine Pierre ook, hoewel kinderarbeid al sinds 1841 verboden was. Hij werd draadjesmaker in een locomotieffabriek.
Na zijn werk volgde Pierre de arbeidersavondschool, hij leerde lezen en schrijven. Op zijn 16de begon hij ook avondlessen te volgen aan de academie van Rijsel. Hij kreeg meer en meer interesse voor kunst en vooral voor muziek. Hij sloot zich aan bij de muziekvereniging van de plaatselijke POF (Parti Ouvrier Français). Ze trokken de arbeiderswijken in en speelden muziek bij stakingen, verkiezingscampagnes …
Hoe is hij dan op het idee gekomen van de Internationale?
Joost Vandommele. Op 15 juli 1888 kreeg Pierre van de voorzitter van de plaatselijke POF-afdeling een dichtbundel van een zekere Eugène Pottier, een van de voortrekkers van de Commune van Parijs in 1871. Hij vroeg hem van het gedicht De Internationale, het strijdlied te maken van hun partij. Het werd onmiddellijk een succes, eerst in Lille, later in heel Frankrijk. Vier jaar later, in 1892, koos de IIde Internationale het lied tot zijn strijdlied. Van dan af ging het snel de wereld rond.
Hoe komt het dat ze in Gent niet echt fier waren op dat lied?
Joost Vandommele. Op het einde van de 19de eeuw kreeg het reformisme in veel sociaal-demcratische partijen de overhand op het marxisme. De reformisten gebruikten successen bij verkiezingscampagnes en het vooruitzicht op algemeen stemrecht om het marxisme in de partij te bestrijden. De voorzitter van de POF werd burgemeester van Lille. De marxisten scheurden zich af en vormden later de Communistische Partij. Pierre koos voor de marxisten.
De IIde Internationale ging roemloos ten onder toen de reformistische sociaaldemocratische partijen in elk land hun arbeiders mobiliseerden voor de oorlog tegen… de arbeiders van de andere landen. In 1919 richtte Lenin de IIIde Internationale op. Pierre koos opnieuw de juiste kant. Gent was ook toen al een bastion van de socialisten, daar zagen ze Pierre niet graag naar de communisten vertrekken. En ook vandaag horen ze die geschiedenis niet graag ophalen…
De Internationale bleef tot 1943 de nationale hymne van de USSR. In 1927 werd Pierre 79 jaar oud! uitgenodigd naar Moskou om de tiende verjaardag van de Oktoberrevolutie mee te vieren als eregast. Pierre stond op de tribunes van het Rode Plein in het goede gezelschap van onder andere Käthe Kollwitz, de Duitse kunstenares. Toen het Rode Leger voorbij marcheerde onder het spelen van de Internationale, rolden de tranen van zijn wangen. Stalin kende Pierre een staatspensioen toe van de Sovjet-Unie.
Pikant detail: op het Rode Plein droeg Pierre een halskettinkje met hamer en sikkel. In 1934 overleed hij te Saint-Denis (nabij Parijs). Zijn begrafenis bracht een massa van zo’n 50.000 arbeiders op de been. In Gent verscheen toen in de socialistische krant Vooruit een piepklein artikeltje over zijn overlijden.
Spoorman Joost Vandommele over zijn idool Pierre De Geyter: “Veel mensen weten zelfs niet dat die man een Belg is.” (Foto Solidair, Tony Pirard)
Het zal niemand verbazen maar op 9 juni ben ik kandidaat op plaats 10 voor de PVDA en dit op de Europese lijst.
Na jaren van besparingen zitten De Lijn en de NMBS op hun tandvlees, daar kunnen alle reizigers en chauffeurs van meespreken. Als klap op de vuurpijl schrapte de Vlaamse regering 3000 bushaltes, en liet de federale regering de treintickets 20% duurder worden. De PVDA kiest resoluut voor comfortabel, stipt en betaalbaar openbaar vervoer.
Ons Voorstel
We zorgen met een herstelplan dat onze bussen, trams en treinen rijden zoals het hoort: stipt en comfortabel
Met een ambitieus investeringsplan breiden we het aanbod fors uit, overdag en ‘s nachts, van het werk tot de sportclub
We maken openbaar vervoer betaalbaar, en zelfs gratis bij De Lijn en MIVB, zoals in Luxemburg en verschillende Franse steden
In Frankrijk voeren de werknemers al maanden een sociale strijd tegen de regering-Macron en het neoliberale beleid van de Europese Unie. Een strijd die het spoor ver overstijgt (ook studenten, verpleegkundigen, gepensioneerden … kwamen al mee op straat met de spoorwerkers), maar die ook de Franse landsgrenzen overstijgt. Het is een strijd voor onze openbare diensten als sociale verworvenheden. Sprekers:
Laurent Brun, algemeen secretaris van de vakbond CGT Cheminots die de huidige sociale strijd trekt
Raoul Hedebouw, woordvoerder en federaal volksvertegenwoordiger van de PVDA
Moderator:
Charlotte Balavoine (PCF, Franse Communistische Partij)
Inkom: 5 euro (alle opbrengst gaat naar de solidariteitskas van de CGT, IBAN FR76 4255 9000 0821 0225 7910 875)
Lees meer :
• Franse “spoorstrijd” tegen Macron :
• Frankrijk: de sociale lente staat op de rails :
• Frankrijk: studenten in actie tegen Macron :
• Verzet tegen Macron brengt werkende mensen en studenten steeds meer bijeen :
• Franse spoorpersoneel op 1 mei: “We moeten de strijd samen voeren!” :
Op sommige spoorlijnen vind je geen enkel loket meer!
Il y a un an, la SNCB avait annoncé que 33 guichets de gare allaient fermer leurs portes en Belgique, dont 14 en Wallonie. Aujourd’hui, comme le relaient nos confrères de la Dernière Heure, cinq sont encore en activité. Mariembourg et Rivage seront fermés à la fin de cette année. “Aucune autre fermeture de guichets (autre que le solde des 33) n’interviendra d’ici 2020”, précise Nathalie Pierard, porte-parole de la SNCB.
Cette vague de fermetures avait fait grand bruit l’été dernier. L’entreprise publique avait justifié ce choix par le fait que, dans les gares peu fréquentées, les guichetiers n’ont plus qu’une charge de travail minime et seraient donc plus utiles ailleurs. En outre, la fermeture de ces 14 guichets et la réduction des plages horaires dans d’autres étaient l’une des conditions au maintien des points d’arrêt dans les zones rurales. Pour info, la SNCB calcule l’activité d’un guichet sur base des transactions de ventes, de l’information donnée au guichet et de l’aide à la vente via les automates.
Le hic : la fermeture d’un seul guichet se répercute sur de nombreuses gares ou point d’arrêt. Le guichet le plus proche se retrouve parfois même à 30 kilomètres. Certaines lignes de train se retrouvent sans aucun guichet sur leur parcours. Avec la fermeture prochaine de Mariembourg, c’est le cas de la ligne 132 reliant Couvin à Charleroi-Sud. Situation pour le moins paradoxale puisque le guichet le plus proche pour les navetteurs qui montent à Couvin se trouve à… Charleroi-Sud.
Ainsi, pour 14 guichets mis hors service en un an, 48 gares ou points d’arrêts sont directement impactés. “Il est évident qu’un guichetier dans une gare reculée ne vend pas de tickets toute la journée ! Mais il y a d’autres alternatives pour occuper une journée de travail. L’année dernière, nous avions d’ailleurs proposé l’installation de points Kiala, points postes dans les gares les moins fréquentés. Cela aurait permis de diversifier le travail des guichetiers”, décrie Gianni Tabbone, président de l’asbl Navetteurs.be.
Autre problème pointé du doigt par cette association : les problèmes techniques qui touchent les automates. En effet, si un distributeur automatique est en panne et que le contrôleur n’est pas au courant, il est en droit d’exiger un supplément à bord (lire ci-dessous). Leur absence dans certains points d’arrêt est aussi remarquée. “Parfois, il n’y a qu’un seul automate dans la gare. Et il peut arriver qu’un usager pressé, qui ne veut pas louper son train, traverse la voie pour prendre son billet. Un geste qui, vous l’imaginez, peut avoir des conséquences dramatiques”, continue Gianni Tabbone. Toutefois, à leur décharge, “la SNCB fait ce qu’elle peut avec les moyens qu’on lui alloue”.
La répercussion en terme de kilomètres risque néanmoins de faire plus d’un mécontent : s’il est renouvelable aux machines, un abonnement – comme les cartes campus pour étudiants – peut uniquement être retiré en guichet la première fois. Cela veut dire qu’un étudiant originaire de Gouvy devra rouler 58 kilomètres pour se rendre à Spa, point le plus proche.
10 % des distributeurs de billets vandalisés en 2016
Chaque guichet fermé en Wallonie est remplacé par des distributeurs automatiques de billets, à quelques exceptions près (raisons techniques et de vandalisme répété).
En tout, 739 automates sont répartis sur 541 sites (401 points d’arrêts, 137 gares et trois sites internationaux). Jusqu’en août 2016, selon les chiffres de la SNCB, près d’un million de tickets ont été achetés via ces bornes.
Il arrive cependant qu’un automate tombe en panne. Dans ce cas, il est possible que le contrôleur vous inflige une amende si vous ne possédez pas de billet. En effet, l’application ou non du tarif à bord (TAB) de 7 euros dépend de la nature de la panne.
S’il s’agit d’une panne informatique, un système baptisé Itris prévient le contrôleur en temps réel des problèmes techniques rencontrés par une machine. Aucune majoration du tarif ne vous sera donc demandée. Depuis cette semaine, le système Itris est d’ailleurs mis à jour avec une fréquence plus élevée : “plusieurs fois par jour”, précise Nathalie Pierard, porte-parole de la SNCB.
Par contre, s’il s’agit d’un acte de vandalisme, comme un écran tagué ou un objet coincé dans le terminal de paiement, vous serez amené à payer le TAB. Preuve à l’appui ou non. “Nous ne pouvons malheureusement pas nous fier à la seule bonne fois d’un client contrôlé dans le train et argumentant que l’automate était défectueux. Des contrôles sont donc nécessaires”, indique Nathalie Pierard. Il vous faudra alors remplir une demande de remboursement à la SNCB.
S’il s’avère que l’automate était effectivement inutilisable, vous serez remboursé. Depuis janvier 2016, 78 appareils ont été vandalisés. La SNCB se veut toutefois rassurante : en moyenne, 98 % des automates fonctionnent correctement.